Nieuw sporenmateriaal in zaak-Oostrum

LEEUWARDEN - Het gerechtshof in Leeuwarden heeft de strafzaak tegen een 36-jarige man uit Groningen vrijdag opnieuw aangehouden. De man werd in april vorig jaar door de rechtbank veroordeeld tot 2½ jaar cel voor de verkrachting van een 13-jarig meisje uit Oostrum. De zaak zal pas over enkele maanden echt worden behandeld omdat er nog sporenmateriaal blijkt te zijn dat nog niet eerder onderzocht is.

In december vorig jaar werd de zaak ook al aangehouden. Toen bleek dat dna-sporen die op het slipje van het slachtoffer zijn aangetroffen, niet van de Groninger afkomstig zijn. De advocaat verzocht het hof om zijn cliënt onmiddellijk vrij te laten. Dat gebeurde niet omdat er volgens het hof nog meer bewijsmateriaal was dan alleen het dna-spoor. Een hernieuwd verzoek om vrijlating werd vrijdag opnieuw afgewezen.

De Groninger heeft altijd ontkend. Hij was werkzaam op een bouwplaats in de buurt van de plek waar het meisje, dat 's ochtends vroeg naar school fietste, werd verkracht. Het slipje van het slachtoffer werd teruggevonden in een mortelzak op diezelfde bouwplaats. Het nieuwe sporenmateriaal wordt onderzocht door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), waar het al meer dan een jaar schijnt te hebben gelegen.