Vrijspraak voor inrijden op groepje

wo 11 november 2009, 17.29 regionaal

LEEUWARDEN - Een luid knallende vlinderbom zorgde in de vroege uren van 1 januari 2009 voor de nodige commotie bij bewoners van de Eyssemaweg in De Westereen. Het stuk vuurwerk zou in de tuin van de ouders van een 52-jarige man uit De Westereen gegooid zijn. De man kreeg een telefoontje van zijn 87-jarige vader die als gevolg van de enorme knal behoorlijk overstuur was. De Westereender reed in zijn auto naar het adres van zijn ouders. Daar zou het stevig uit de hand zijn gelopen.

De man stond woensdag in Leeuwarden terecht omdat hij met grote snelheid met zijn auto op een groepje mensen zou zijn ingereden. Hij zou rakelings langs de groep zijn gereden. Een elfjarige jongen moest zelfs van de straat worden getrokken, anders zou hij, volgens de omstanders, zijn aangereden. De Westereender zou bovendien één van de personen een stomp in de maag hebben gegeven. De officier van justitie beschouwde het inrijden op het groepje als een poging tot zware mishandeling.

Volgens de verdachte was het allemaal zwaar overdreven. Hij was inderdaad naar de Eyssemaweg gereden, na het telefoontje van zijn vader. 'Hij zat te trillen in de stoel', zei de man. Hij ging weer naar buiten om te vragen of het wat minder kon met het knallen. Hij zou, terwijl hij in zijn auto zat, een vuistslag tegen het gezicht hebben gekregen van de man die hij mishandeld zou hebben. Daarop zou hij meteen zijn weggereden. Hij ontkende dat hij opzettelijk op het groepje was ingereden en dat hij, zoals een getuige had verklaard, 'met barstens geweld' door de straat was gereden.

Zijn verhaal werd grotendeels ondersteund door zijn dochter en schoonzoon, die ook naar de Eyssemaweg waren gereden. Volgens de dochter hing er een agressieve sfeer in de straat en werd haar vader bedreigd. De officier van justitie oordeelde dat er voldoende bewijs lag om tot een veroordeling te komen. De officier vond het 'zeer aannemelijk' dat de Westereender met grote snelheid door de straat was gereden. Hij eiste een werkstraf van 180 uur en een voorwaardelijke celstraf van een maand.

De rechter had zijn twijfels bij de verklaringen van de tegenpartij. Het was volgens hem mogelijk dat ze de waarheid hebben gesproken, maar het kan ook zijn dat ze de waarheid in hun voordeel hebben verdraaid. 'Ze hebben een gemeenschappelijk belang', meende de rechter. De verdachte werd vrijgesproken. De man die de Westereender zou hebben mishandeld werd al eerder vrijgesproken.