Officier:verkeersruzie was 'onbezonnen actie'

do 5 februari 2015, 18:30 regionaal

LEEUWARDEN - Een 61-jarige inwoner van Kollum moest zich donderdag voor de rechtbank verantwoorden voor zijn aandeel in een verkeersruzie, die, naar het zich in eerste instantie liet aanzien, behoorlijk uit de hand was gelopen. De Kollumer zou 28 januari 2013 op een afrit van de A32 bij Heerenveen op een medeweggebruiker zijn ingereden. De man belandde op de motorkap. Op papier leek het heel wat, maar in de praktijk bleef er weinig van de zaak over. Officier van justitie Henk Mous passeerde de belangrijkste punten op de aanklacht: Mous oordeelde dat zowel een poging tot doodslag als een poging tot zware mishandeling niet bewezen kon worden.

Wat overbleef was een mishandeling. De mishandelde was een toen 27-jarige automobilist uit Westzaan die bij de Kollumer op de motorkap was terecht was gekomen. Het slachtoffer wilde op de afrit Oranjewoud op het laatste moment op de vluchtstrook invoegen. Volgens de Kollumer is het min of meer gewoonte dat het verkeer op die afrit zich splitst: het verkeer dat rechts wil afslaan sorteert voor op de vluchtstrook. Dat sommige bestuurders op het allerlaatste moment willen invoegen wordt ze niet in dank afgenomen. Zo ook de Westzaner.

Terwijl de Westzaner naast hem reed, reed de Kollumer een paar keer het gaatje dicht, zodat de man niet kon invoegen. 'Een plagerijtje', zei de Kollumer. Maar de auto's raakten elkaar, tenminste dat beweerde de Westzaner. De man, hij reed in een bestelwagen, stapte uit om de schade aan zijn auto en de bestuurder van de VW op de foto te nemen. De Kollumer was volgens eigen zeggen nog steeds aan het plagen, toen hij langzaam een stukje opreed. De Westzaner belandde op de motorkap. Volgens hem had de Kollumer gas gegeven en moest hij om het vege lijf te redden zich op de motorkap laten vallen.

Hij sloeg een ster in de voorruit omdat de Kollumer niet stopte. Bij het nemen van de bocht was de man van de auto gegleden. De Kollumer was doorgereden, hij had zich later op de dag alsnog gemeld. Hij zei dat het slachtoffer in zijn beleving niet op de motorkap lag toen hij wegreed. Een getuige had het verhaal van de Westzaner min of meer bevestigd. Volgens de getuige werd de man wel degelijk geschept door de Kollumer. Mous sprak van 'een onbezonnen actie' van de kant van de Kollumer. Voor de mishandeling en het wegrijden zonder de identiteit kenbaar te maken eiste de officier een boete van 600 euro. Uitspraak: 19 februari.