OM eist celstraf voor hulp bij zelfdoding op Ameland

vr 10 juni 2022, 12.40 regionaal

LEEUWARDEN - Het Openbaar Ministerie eist twaalf maanden celstraf waarvan negen maanden voorwaardelijk tegen een 45-jarige Amelander die ervan wordt verdacht dat hij in augustus 2020 opzettelijk behulpzaam is geweest bij de zelfdoding van een vrouw. Hij zou haar hiertoe goederen hebben verstrekt, zoals een gasfles met stikstof, een bijbehorende luchtslang en een plastic zak.

De vrouw werd op 23 augustus 2020 overleden aangetroffen in haar woning. Een vriend had haar al enige tijd niet gezien en vermoedde zelfdoding. Uit een schouw en tactisch onderzoek van de politie werd duidelijk dat er inderdaad vermoedelijk sprake was van zelfdoding.

De moeder van de overleden vrouw werd twee dagen later op Facebook benaderd door een man die haar vertelde dat hij op 21 augustus bij de laatste momenten van de vrouw aanwezig is geweest. Ook verklaarde hij dat hij alle spullen die nodig waren voor de zelfdoding had geregeld. De moeder heeft dit gemeld bij de politie waarna de politie een uitgebreid onderzoek startte.

Strafbaar handelen

Er kan volgens het OM worden vastgesteld dat de 45-jarige man van Ameland de man is die de berichten naar de moeder heeft gestuurd. Uit het onderzoek blijkt ook dat de overleden vrouw en verdachte elkaar ontmoetten via een datingapp, enkele maanden voor haar dood. Zij spraken elkaar over haar psychische klachten.

Tijdens de verhoren heeft de verdachte ontkend dat hij de vrouw heeft geholpen maar hij gaf ook meerdere keren aan dat hij geen openheid kon geven omdat hij niet weet wat wel en niet strafbaar is. De verdachte lijkt van mening dat zijn handelen moreel gezien gerechtvaardigd was, omdat dit was ingestoken vanuit de wil om de vrouw bij te staan. "Ik heb geen reden om eraan te twijfelen dat verdachte meent te hebben gehandeld uit mededogen. Hulp bij zelfdoding is echter strafbaar om goede redenen", aldus de officier van Justitie.

Ondraaglijk lijden

Alleen bij ondraaglijk lijden kan een arts samen met een patiënt besluiten om over te gaan tot euthanasie. De officier: "Een niet-medicus zoals verdachte kan die inschatting niet maken, omdat die niet in staat wordt geacht om te beoordelen of er inderdaad sprake is van uitzichtloos lijden."

De officier vervolgt: "De wetgever heeft ervoor gekozen om hulp bij zelfdoding als misdrijf strafbaar te stellen, en heeft daaraan een strafmaximum van 3 jaren gevangenisstraf gehecht. Een gevangenisstraf is wat mij betreft ook een passende strafrechtelijke reactie op dit feit, gelet op het zwaarwegende belang van de bescherming van het menselijk leven. Naar de samenleving moet duidelijk worden gemaakt dat een ieder die overweegt om een ander buiten de wettelijke kaders strafbare hulp bij zelfdoding te verlenen dit niet straffeloos kan doen. Ook al gebeurt dit met goede bedoelingen."

Omdat verdachte de ernst van zijn handelen niet lijkt in te kunnen schatten, vindt de officier een voorwaardelijk strafdeel aan de orde met een proeftijd van drie jaar. "Ter voorkoming van recidive in het geval dat hij wederom een kwetsbaar persoon zal tegenkomen in de maatschappij of op het internet."